Waterval oefenen, homepage Waterval les 6 Waterval 6-1, de imperatief

Waterval 42-1: object derde persoon meervoud (O3M) - hun of hen?

In informeel Nederlands is hun/hen/ze allemaal goed.
We streven hier naar goed FORMEEL Nederlands.

indirect + mensen = hun
direct/prepositie + mensen = hen

Regel: het object, derde persoon meervoud (O3M)

Regel: het o3m	ACTIEF OBJECT, indirect object, datief, meewerkend voorwerp (bij geven/zeggen)...	PASSIEF OBJECT direct object, accusatief, lijdend voorwerp (na zien/pakken)    NA PREPOSITIES, na voorzetsels
mensen	Ik vertel HUN de waarheid.	Ik zie HEN morgen en vertel dan de waarheid AAN HEN.

 

Toon alle vragen

<=   =>

1. Hoe geef ik les?
   Nou, ten eerste: ik geef de studenten boeken.
   1.   ?    Ik geef hun boeken.
   2.   ?    Ik geef hen boeken.
2. Ze kunnen ook online oefenen.
   Dus, ten tweede: ik meld de studenten online aan.
   1.   ?    Ik meld hun aan.
   2.   ?    Ik meld hen aan.
3. Ten derde: ik geef natuurlijk ook lessen aan de studenten.
   1.   ?    Ik geef ook lessen aan hun.
   2.   ?    Ik geef ook lessen aan hen.
4. Je vertelt de mensen hoe ze alles uit het boek kunnen halen.
   1.   ?    Je vertelt hun hoe ze alles eruit kunnen halen.
   2.   ?    Je vertelt hen hoe ze alles eruit kunnen halen.
5. We maken (op wrts.nl) een account aan voor de studenten.
   1.   ?    We maken een account aan voor hun.
   2.   ?    We maken een account aan voor hen.
6. En we zien de studenten in de les.
   1.   ?    En we zien hun in de les.
   2.   ?    En we zien hen in de les.
7. Een docent zegt zijn leerlingen waar ze alles kunnen vinden.
   1.   ?    Een docent zegt hun waar ze alles kunnen vinden.
   2.   ?    Een docent zegt hen waar ze alles kunnen vinden.
8. Je kunt personen die Nederlands leren geen resultaat garanderen, beloven.
   1.   ?    Je kunt hun niets beloven.
   2.   ?    Je kunt hen niets beloven.
9. Je kunt hoogstens aan de mensen vertellen hoe ze iets kunnen leren.
   1.   ?    Je kunt hoogstens iets aan hun vertellen.
   2.   ?    Je kunt hoogstens iets aan hen vertellen.
10. Studenten kennen vaak hun eigen leerstijl niet. Meer kennis daarvan zou leerlingen helpen.
    1.   ?    Meer kennis zou hun misschien helpen.
    2.   ?    Meer kennis zou hen misschien helpen.
11. David Kolb deelde als eerste lerenden in naar hun leerstijl. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Leerstijl)
    1.   ?    David Kolb deelde hun in naar hun leerstijl.
    2.   ?    David Kolb deelde hen in naar hun leerstijl.
12. De eerste groep leerders wil volgens Kolb experimenteren en concreet ervaren.
    1.   ?    Je kunt hun doeners noemen.
    2.   ?    Je kunt hen doeners noemen.
13. De tweede groep wil, behalve ervaren, ook reflectief observeren. Zij hebben de neiging problemen van alle kanten te bekijken en zien steeds weer nieuwe ingangen en oplossingen.
    1.   ?    Je kunt aan hun de naam "dromers" toekennen.
    2.   ?    Je kunt aan hen de naam "dromers" toekennen.
14. Een derde groep is volgens Kolb het liefst bezig met het vertalen van observaties in hypothesen en theorieën.
    1.   ?    Laten we hun de naam "denkers" geven.
    2.   ?    Laten we hen de naam "denkers" geven.
15. De vierde en laatste groep van Kolb, de "beslissers", probeert het liefst theorieën uit - in de praktijk.
    1.   ?    Voor hun zijn experimenten en praktische toepassingen interessant.
    2.   ?    Voor hen zijn experimenten en praktische toepassingen interessant.
16. Critici denken echter dat Kolbs model niet klopt.
    
    
    1.   ?    Volgens hun helpt het niet om onderwijs te verbeteren.
    2.   ?    Volgens hen helpt het niet om onderwijs te verbeteren.
17. Of dat klopt? Nou... Eerst ervaren (concrete ervaringen opdoen), dan observeren en reflecteren, vervolgens conceptualiseren, ten slotte toepassen, experimenteren, toetsen...
    Zo kun je studenten veel leren.
    
    1.   ?    Zo kun je hun veel leren.
    2.   ?    Zo kun je hen veel leren.
18. De Nederlandse psycholoog Jan Vermunt deed ook onderzoek naar lerende mensen.
    1.   ?    Hij deelt hun op een andere manier in.
    2.   ?    Hij deelt hen op een andere manier in.
19. Wat wel interessant is: Vermunt cs. introduceren het begrip "diepleren".
    1.   ?    Het is volgens hun niet alleen interessant hoe we leren, maar ook hoe we "diepleren" - hoe we het geleerde verwerken en hoe het ons emotioneel raakt.
    2.   ?    Het is volgens hen niet alleen interessant hoe we leren, maar ook hoe we "diepleren" - hoe we het geleerde verwerken en hoe het ons emotioneel raakt.
20. Maar hun theorie maakt het begrijp "leerstijlen" niet praktischer.
    Misschien hebben docenten en studenten iets anders nodig.
    1.   ?    Voor hun zijn begrippen als "visueel ingesteld" of "auditief ingesteld" handiger.
    2.   ?    Voor hen zijn begrippen als "visueel ingesteld" of "auditief ingesteld" handiger.
21. Het kost mensen minder tijd om te kijken of ze visueel zijn of auditief.
    1.   ?    Het kost hun minder tijd om te kijken of ze visueel zijn of auditief.
    2.   ?    Het kost hen minder tijd om te kijken of ze visueel zijn of auditief.
22. Voor geïnteresseerden in leerstijlen:
    1.   ?    websites bieden hun veel tests.
    2.   ?    websites bieden hen veel tests.
23. https://www.springest.nl/opleiding-onderwijs/leeractiviteiten-leerstijlen/kolb-leerstijlen-test
    De Kolb-test onderscheidt (differentieert, verdeelt, rubriceert...) leerlingen in denkers, doeners, dromers en beslissers.
    1.   ?    De Kolb-test onderscheidt hun in denkers, doeners, dromers en beslissers.
    2.   ?    De Kolb-test onderscheidt hen in denkers, doeners, dromers en beslissers.
24. http://edu.hethooghuis.nl/vz/leren-en-coachen/testvermunt.htm
    
    De Vermunt-test maakt studenten duidelijk of ze misschien te passief of negatief tegenover leren staan.
    1.   ?    De test maakt hun iets anders duidelijk.
    2.   ?    De test maakt hen iets anders duidelijk.
25. Maar je kunt je ook interesseren voor iets heel anders.
    Bijvoorbeeld voor de gerichtheid (focus) van studenten op beweging of informatica. Of hobby's.
    Dat kunnen namelijk ook lermiddelen zijn!
    1.   ?    Andere dingen bij hun leven kunnen ook belangrijk zijn!
    2.   ?    Andere dingen bij hen leven kunnen ook belangrijk zijn!

 OK