Waterval 28

Inpakken en wegwezen. Dialoog uit het boek

Als Sara haar ontbijt op heeft schiet ze in haar jas en in haar schoenen, en ze is weg. Ze haast zich, ze moet rennen en vliegen. Vandaag moet ze met de bus, want haar fiets is kapot.
Sara woont in de wijk Vrijburg, en ze moet met lijn 11 naar West. Alleen: waar is de bushalte? Farid heeft het uitgelegd:

Je loopt de straat uit en gaat linksaf. Dan ga je de tweede straat rechts, dan steeds rechtdoor. De halte is aan je linkerhand, dus even oversteken.

Sara: En dat moet ik onthouden?
Farid: Precies. Niet vergeten!
Sara wandelt, straat in straat uit, stoep op stoep af, naar de halte. Het is druk, er is veel verkeer vandaag: fietsen, snorfietsen, auto's, vrachtwagens, bussen; vliegtuigen in de
lucht...
Als ze tien minuten gelopen heeft blijft ze staan. Waar moet ze nu heen? Zit ze fout? Ze vraagt het een andere voetganger.
Sara: Mag ik u iets vragen?
Vrouw: Sorry, geen tijd.
Sara: Kunt u me helpen?
Man: Ja, maar snel, ik ben laat.
Sara: Weet u waar de bushalte is?
Man: Daar, aan de overkant. Dat gele bord!
Sara: O, dank u wel.
Ze zegt tegen zichzelf:
Dus ik zat toch goed! Hè hè. Wat zijn de Nederlanders toch een druk volk!
Gelukkig, daar komt de bus. Net op tijd.
Busbestuurder: Hebt u een strippenkaart?
Sara: Helaas, ik ben laat. Geen tijd!
Busbestuurder: Wat?
Sara: Grapje meneer!
Busbestuurder: Waar wilt u heen? Waar moet u naartoe?
Sara: Ik moet naar West: de Chocolaweg, eh... in de buurt van het Limonadeplein.
Busbestuurder: O. Dat zijn twee zones, dus drie strippen.
Sara: Bedankt!

nieuwe woorden

schieten
zich haasten
rennen
vliegen
oversteken
wandelen
onthouden < > vergeten

de fiets
de lijn
de bus
de halte
de stoep < > de straat
het verkeer = het vervoer = het transport
de snorfiets
de auto
de vrachtwagen
het vliegtuig
de lucht
het voetganger
de wijk = de buurt
de kaart
de zone
de strip
de bestuurder=de
chauffeur
de weg
het plein
de grap

waarheen = waar naartoe?

in < > uit
op < > af
goed < > fout
gelukkig < > helaas
net=precies=exact

Terug naar overzicht