logo Waterval les 31, oefening 2: DRIL separabele en inseparabele werkwoorden

Let op: vaak is meer dan één antwoord goed!

 

 

Separabel en inseparabel

 

Separabel (90%):

opschrijven - accent op prefix

Inseparabel (10%, bijlage 3 boek):

voorspellen - accent niet op prefix

 

niet scheiden:

niet scheiden:

infinitief

Wij gaan het opschrijven.

Wij zullen het voorspellen.

participium

Wij hebben het opgeschreven.

Wij hebben het voorspeld.

bijzin

Zij wil dat we het opschrijven.

Hij wil dat we het voorspellen.

 

scheiden:

 

presens

Wij schrijven het op.

Wij voorspellen slecht weer.

imperfectum

Wij schreven het op.

Wij voorspelden slecht weer.

te+infinitief

Wij proberen het op te schrijven.

Wij proberen te voorspellen.

Conclusie: scheiden/separeren?
Alleen
separabele werkwoorden in presens, imperfectum en te+infinitief!

 
    Terug naar les 31