logo

Waterval 13: Feest!

 

 

Lisa houdt een klein feest. Ze is jarig, daarom heeft ze een partijtje georganiseerd.

Lisa heeft Sara uitgenodigd (=geïnviteerd). En die heeft Farid meegenomen.

Ze hebben aangebeld. Alex doet open.

Alex: 

Sara! Wat leuk dat je d'r (=daar) bent!

Sara: 

Proficiat!

Alex: 

En dit is je grote broer?

Farid: 

Aangenaam. Farid Jafari.

Sara:

Precies. Die is ook meegekomen.

Alex: 

Geen probleem! Er is genoeg voor iedereen.
Ik ben trouwens (=overigens) Alex. Kom binnen.

De heren schudden elkaar de hand. Daarna neemt Alex de jassen van de nieuwe gasten aan, en hangt ze aan de kapstok.

Farid: 

Hartelijk gefeliciteerd met uw vrouw.

Alex: 

Dank je. Zeg maar liever  "je", overigens. Loop door!

Er hangen papieren slingers en bonte ballonnen op. Alles is mooi versierd. Er staat swingende muziek aan. De muziek swingt de pan uit, het dak gaat eraf.

Lisa: 

Hé Sara!

Sara: 

Dag Lisa. Alle gelukwensen! Van harte proficiat!
Wat ben je gegroeid!

Lisa:

Ik ben veranderd, hè? Ik ben weer een jaartje ouder geworden...

Sara kust Lisa op de wangen.
Dan geeft ze Lisa een
klein kadootje.

Sara: 

... en nog veel mooie jaren, in een goede gezondheid!

Lisa: 

Dat hoef je niet te doen...

Sara: 

... maar ik doe het toch!

Lisa pakt het kado uit. Het is een cd met Nederlandse liedjes.

Lisa: 

Goh! Leuk joh! Kom, ga zitten. Of ga dansen.
Neem en eet. Het staat er voor jullie!

Sara groet de andere gasten. De muziek is net een beetje te hard om je aan iedereen voor te stellen. Op de tafels staat lekker eten en drinken. Het wordt al gezellig.
Farid is even naar de wc gegaan. Hij is juist naar de woonkamer gekomen, en ziet alle lekkers.

Pas dan ziet Lisa dat Sara niet alleen is.

Lisa:  

Sara, wie heb je eigenlijk bij je?

Farid steekt zijn hand uit en zegt:

Farid: 

Hallo! Ik ben Grote Broer!

Leuk! Lekker! Gezellig!

nieuwe woorden:

 

Zoek zelf eens uit welke woorden nieuw zijn.

Wat betekenen ze?

 

goh!=gosh!

joh! = boy!

 

uitvreter=

freeloader

 

het cadeau=

het kado=

het geschenk=

het presentje

 

niet hoeven=

niet nodig zijn

 

adjectieven:

echte, bonte, goede, swingende...

adverbia:

hartelijk, liever, mooi

predikaat:

hard, gezellig...