Waterval negen, oefening drie: lezen - een bouwtekening

 

 

Lisa zoekt naar potlood en papier. Ze gaat aan tafel zitten en tekent: een nieuw huis.
- Eens even kijken, denkt ze.


Het wordt een woning met twee etages en een zolder. Onder het hele huis zit een kelder. De woonkamer, op de begane grond, moet groot en licht zijn. De keuken is apart van de woonkamer, maar ook ruim.

Een wenteltrap gaat naar de eerste verdieping. Daar zijn de slaapkamers, de badkamer, de wc. Lisa tekent grote ramen.
En: het hele huis is van hout. Dat is warm.

 

Alex komt binnen. Hij vraagt:

- Wat teken je?
- Kijk maar, zegt Lisa. Mooi hè?
- Ja, zegt Alex. Lisa vraagt zich af:
- W
aar vinden we dit huis? Of gaan we het huis zelf maken, zelf bouwen?
- Pfff... zucht Alex. Dat kost veel tijd en geld, hoor.

 

Lisa voelt zich moe. Alex zegt:
- Ga maar op de bank liggen, hoor. Even bijkomen.
Lisa staart naar een wit plafond. Maar op dat witte plafond ziet ze haar droomhuis.

nieuwe woorden

 

zoekt (zoeken)
tekenen
bouwen
vindt (vinden)
liggen
staart (staren)
bijkomen (=uitrusten)

het huis = de woning
de zolder
de kelder
de woonkamer
de (wentel)trap
de slaapkamer
de begane grond
de etage = de verdieping de wc
de bank

licht <> donker
apart=gescheiden=los
zelf

hé?
hoor!
maar
eens
even